Zennekrant nr. 31 | juli 2023
   
  Nieuwe toestand van het oppervlaktewater in het Waalse deel van
het Zennebekken - 2020

Hoe is het gesteld met de kwaliteit van ons in de natuur aanwezige water? De Service Public de Wallonie (SPW) volgt de evolutie van de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater op en deelde de meest recente resultaten met ons tijdens de voorbije algemene vergadering van het Contrat de rivière Senne (CRS - Riviercontract Zenne).

 
 

Ter herinnering: Europese Kaderrichtlijn Water (Richtlijn 2000/60/EG)

De Kaderrichtlijn Water (KRW) legt een wettelijk kader vast voor waterbeheer in heel Europa en werd in 2000 aangenomen.
De richtlijn stelt onder andere dat er beheerplannen worden opgemaakt om oppervlakte- en grondwaterlichamen te beschermen, te verbeteren en te herstellen. Die beheerplannen moeten regelmatig worden bijgewerkt. De richtlijn werd in elke lidstaat omgezet. In België heeft elk gewest de richtlijn dus geïmplementeerd binnen zijn eigen wetgeving.

 

De KRW maakt geïntegreerd waterbeheer op het niveau van stroomgebieden verplicht en stelt zeer strikte kwalitatieve en kwantitatieve doelen om ervoor te zorgen dat oppervlakte- en grondwater tegen 2015 een goede algemene toestand behouden of bereiken. Wanneer het onmogelijk bleek om die goede toestand te bereiken tegen 2015, wat het geval was voor het deelstroomgebied van de Zenne, voorzag de KRW in een afwijking voor problematische waterlichamen. Daardoor kon de vooropgestelde termijn verlengd worden tot 2021 en vervolgens tot 2027, afhankelijk van de situatie. Voor grondwater zijn er aparte doelstellingen.

De richtlijn wordt dus concreet vertaald in beheerplannen om oppervlakte- en grondwaterlichamen en beschermde zones te beschermen, te verbeteren en te herstellen. Op het moment van dit schrijven worden de 3e beheerplannen (SGBP), voor de periode 2022-2027, goedgekeurd. Die plannen bestaan uit een programma van maatregelen waarover een openbaar onderzoek georganiseerd werd tot 2 mei.

De Kaderrichtlijn Water maakt een onderscheid tussen verschillende beheereenheden:
- Stromen en rivieren zijn onderverdeeld in stroomgebiedsdistricten
- Die zijn vervolgens onderverdeeld in waterlichamen

De kwaliteit van de waterlichamen wordt regelmatig gecontroleerd door de SPW om aan Europa verslag te kunnen uitbrengen over hun toestand en om de impact van de genomen maatregelen na te gaan. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de ecologische toestand en de chemische toestand. Een oppervlaktewaterlichaam bereikt een goede toestand wanneer zowel de ecologische als de chemische toestand ervan ‘goed’ zijn (Richtlijn 2000/60/EG). Dit artikel gaat over de ecologische toestand.

 
 

Het deelstroomgebied van de Zenne maakt deel uit van het internationaal stroomgebiedsdistrict van de Schelde (net zoals de deelstroomgebieden van de Schelde-Leie, de Haine, de Dender en de Dijle-Gete). Het bestaat uit 10 rivierwaterlichamen (R) (waarvan er 3 ingrijpend gewijzigd zijn) en 2 kunstmatige waterlichamen (K) (kanalen).

 

De ecologische toestand van oppervlaktewaterlichamen

De ecologische toestand is het resultaat van de beoordeling van de structuur en het functioneren van aquatische ecosystemen die gelinkt zijn aan oppervlaktewateren.

De ecologische toestand is de optelsom van drie soorten gegevens:
  • Gegevens over de hydromorfologische kwaliteit (bijvoorbeeld: de mate waarin de oevers kunstmatig zijn aangelegd);
  • Gegevens over de biologische kwaliteit (aanwezigheid van planten en dieren);
  • Gegevens over de fysisch-chemische kwaliteit (aanwezigheid van macropolluenten, bijvoorbeeld: nitraat en fosfaten).


De ecologische toestand geeft aan hoe groot de afwijking ten opzichte van de referentieomstandigheden is, d.w.z. de omstandigheden die representatief zijn voor oppervlaktewater dat weinig of geen invloed van menselijke activiteit ondervindt. De ecologische toestand wordt uitgedrukt in vijf categorieën: zeer goed, goed, matig, ontoereikend, slecht.

In 2013 was de ecologische toestand van de waterlichamen (WL) in het deelstroomgebied van de Zenne over het algemeen slecht tot ontoereikend. De enige uitzonderingen daarop vormden de stroomgebieden van het voormalige kanaal Charleroi-Brussel (waarin verschillende waterlopen uitmonden), dat op de kaart groen is ingekleurd (goede toestand), en dat van het nieuwe kanaal Charleroi-Brussel (geel = matige toestand).

In 2020 kleurde het WL van de Ry Ternel (SN05R) groen (goede toestand of beter), terwijl het WL van het voormalige kanaal veranderde in geel (matige toestand).

Evolutie tussen 2013 en 2020

Tussen 2013 en 2020 is de ecologische toestand van zes waterlichamen verbeterd. Daarbij valt vooral het waterlichaam van de Ry Ternel op, dat verandert van ontoereikend naar goed en beter. Die verandering kan verklaard worden door de aanleg van collectoren, en de verbetering zou zich nog verder moeten doorzetten wanneer het waterzuiveringsstation van Bois-Seigneur-Isaac gebouwd wordt.
Het waterlichaam van de bovenloop van de Zenne (SN01R) verandert van ontoereikend naar matig. Het waterlichaam van de bovenloop van de Sennette (SN09R) verandert van ontoereikend naar matig, wat wellicht te danken is aan de zuivering en verbetering van de gerelateerde waterlichamen. De Stincup-Lobbecq (SN02R) gaat van slecht naar ontoereikend. Het waterlichaam van het voormalige kanaal Charleroi-Brussel (SN02C) zakt terug van goed naar matig. Een verklaring daarvoor is dat het steeds meer als een meer functioneert. Het is waarschijnlijk dat de opeenvolgende hittegolven een impact hebben gehad op de biologische gemeenschappen.

Welke rol spelen de Riviercontracten?

Om te begrijpen waarom een waterlichaam ‘degradeert’ naar een lagere categorie, worden verschillende reeksen gegevens geanalyseerd, onder andere de inventarisaties van Riviercontracten. Zo kunnen mogelijke oorzaken van de verslechterde kwaliteit geïdentificeerd worden. Er kunnen ook controleonderzoeken (via bijkomende meetpunten) in waterlichamen uitgevoerd worden om de bron van de vervuiling op te sporen en de resultaten beter te kunnen interpreteren. Ook de actieprogramma's van Riviercontracten, die om de 3 jaar vernieuwd worden, zijn een manier om de KRW-doelstellingen te behalen. Daarnaast dragen de Riviercontracten hun steentje bij door te werken aan bewustmaking van burgers en professionals.


Conclusie

De SGBP 3 zijn de ultieme deadline aangezien de doelstellingen niet bereikt werden in 2015 (1e deadline voor het behalen van een goede toestand van waterlichamen zoals bepaald in de KRW), noch in 2021 (via de 2e SGBP’s). De positieve evolutie van de ecologische toestand geeft aan dat tien jaar actie ondernemen vruchten heeft afgeworpen. Er is nog werk aan de winkel om de waterlichamen in het deelstroomgebied van de Zenne te verbeteren, in alle sectoren, vooral dan op het vlak van afvalwaterzuivering (voltooiing/verbetering van het collectieve netwerk, verbetering in zones met autonome zuivering, enz.), maar ook in de landbouw en de industrie. Belangrijk is dat ook droogte voortaan een aandachtspunt is dat opgenomen wordt in de SGBP’s. En uiteraard kunnen ook burgers het nodige doen op hun niveau...
Zodra de SGBP 3 zijn aangenomen door de Waalse overheid zullen die plannen dus een hele reeks maatregelen voorstellen om de vastgelegde doelstellingen voor 2027 te behalen. Laten we hopen dat de gezamenlijke inspanningen van Riviercontract Zenne en alle partners kunnen meehelpen om die doelen te bereiken, om zo de kwaliteit van ons water verder te verbeteren.


Ecologische toestand van de oppervlaktewateren in het deelstroomgebied van de Zenne: links in 2013; rechts in 2020
©SPW ARNE


Meer weten >>
Origineel artikel CR Senne (FR) >>
   
 
 

Terug naar de inhoudsopgave >

 
   


Volg ons op facebook of bezoek onze website.